Uitspraak in het Plat: /bɪnɐbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bin·ner·boom
Pluralis: Bin­ner­bööm m de Bin­ner­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Bin­ner­bo­men m de Bin­ner­boom

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: binnen + -er + Boom