Uitspraak in het Plat: /fɾɔstbyːdəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Frost·bü·del
Pluralis: Frost­bü­dels m de Frost­bü­del
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Kannst du dat Thermostat en beten höger stellen? — Du büst echt en Frostbüdel! — Kann ik doch ok nix för!
Synoniemen:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Frost + Büdel