Uitspraak in het Plat: /afnɛɪ̯mɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Af·neh·mer
Pluralis: Af­neh­mers m de Af­neh­mer
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff noog Afnehmers för miene Woren.
[2]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
[3]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Fotograaf
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: afnehmen + -er