Uitspraak in het Plat: /ʃiːtplakn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schiet·pla·cken
Pluralis: Schiet­pla­ckens m de Schiet­pla­cken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
Wat hest du denn för Schietplackens an de Kneen?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schiet + Placken