Uitspraak in het Plat: /sløːtəldɛɪ̯nst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Slö·tel·deenst
Pluralis: Slö­tel­deens­ten m de Slö­tel­deenst Mecklenburgisch
Pluralis: Slö­tel­deenst m de Slö­tel­deenst Westfaals
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Slötel + Deenst