Uitspraak in het Plat: /spɾʏtn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sprüt·ten
Pluralis: Sprüt­ten m de Sprüt­ten
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: sprütten
Identieke woorden ››› sprütten ❔︎