Pluralis: Rech­ten n dat Recht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik lööv, he harr Recht.
Identieke woorden ››› recht ❔︎ recht ❔︎