Uitspraak in het Plat: /kvɔːzn̩/
werkwoord
Afbreking: qua·sen
[1]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
in’t Foder oder Eten röhren, sik dat beste rutsöken un den Rest liggen laten
Voorbeelden:
De Peer quaast man bloot in’t Foder, blifft allens liggen.
[2]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
veel snacken, unnütten Kraam snacken
[3]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
verswennen
Engels:
waste
Duits:
verschwenden

Werkwoordvormen:

infinitief:
qua­sen
voltooid deelwoord:
quaast
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik quaas
du quaast
he/se/dat quaast
wi quaast
ji quaast
se quaast
verleden:
ik quaas
du quaast
he/se/dat quaas
wi qua­sen
ji qua­sen
se qua­sen
voltooid:
ik heff quaast
du hest quaast
he/se/dat hett quaast
wi hebbt quaast
ji hebbt quaast
se hebbt quaast
conjunctief:
ik quaas
du quaast
he/se/dat quaas
wi qua­sen
ji qua­sen
se qua­sen
imperatief:
quaas!
quaast!

Samengesteld woorden:

verquasen
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.