Uitspraak in het Plat: /nɔːt/

🔊︎

zelfstandig naamwoord

Pluralis: Nähd f de Naht

[1]

kaart tonen

geavanceerde woordenschat

actief

handenarbeid

kaart voor onderbetekenis [1] van „Naht”

bekend

onbekend

bekend in de dialectgroep

onbekend in de dialectgroep

onbepaald

🛈 Over de kaarten

Salland: W. Draaijer: Woordenboekje van het Deventersch dialect. Nijhoff, ’s-Gravenhage 1896, pagina 11 PDF, 2,5 MB

Groningen: Helmer Molema: Wörterbuch der Groningenschen Mundart im neunzehnten Jahrhundert. Diedrich Soltau’s Verlag, Norden 1888, pagina 281 PDF, 21,8 MB

Eemsland: Hermann Schönhoff: Emsländische Grammatik. Carl Winter, Heidelberg 1908, pagina 52 PDF, 7,4 MB

Bielefeld: Olaf Bordasch: Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg. pagina 46 PDF, 1,8 MB

Waldeck: Karl Bauer: Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben. 1902, Wörterliste, pagina 75 PDF, 25,4 MB

Holsteiner jüm-gebied: Hugo Kohbrok: Der Lautstand des žym-Gebiets in Dithmarschen. Otto, Darmstadt 1901, pagina 24 PDF, 2,3 MB

								Stader Geest:
								Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
							

								Hamburg:
								Otto Furcht: Wörterbuch der Sprache des Alten Landes bei Stade. Stalling, Oldenburg 1936, pagina 18
							

Altmark: Johann Friedrich Danneil: Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart. Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 145 PDF, 28,1 MB

Oost-Mecklenburg: Carl Friedrich Müller: Reuter-Lexikon. Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 90 PDF, 5,1 MB

								Belzig-Teltow:
								Willy Lademann: Wörterbuch der Teltower Volkssprache. Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 362
							

								Voor-Pommeren:
								Otto Vogel: Pommernspegel. Scharff, Greifswald 1873, pagina 20
							

Noord-Barnim: Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, jaargang 1908, pagina 11 PDF, 6,9 MB

								Midden-Küstenpommersch:
								Robert Laude: Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets. Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 158
							

Nedersaksisch:

Lien, wo man neiht hett

Nederlands:

naad

Engels:

seam

Duits:

Naht

Voorbeelden:

Mi is de Naht von de Büx reten. Kannst du de wedder neihn?

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

btr, CC BY-SA 2.5

Samengesteld woorden:

Dwarsnaht

Rijmwoorden

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.

Naht in het Nedersaksisch

Samengesteld woorden: