Uitspraak in het Plat: /ɾʊməlpɔt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Rum·mel·pott
Pluralis: Rum­mel­pött m de Rum­mel­pott
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: rummeln + Pott