Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Gips
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ɡɪps/
zelfstandig naamwoord
Niet gebruikt het pluralis
m
de Gips
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Gips”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 2, pagina 52
Nedersaksisch:
Mineraal
ut
Calciumsulfat,
dat
ok
bi
’t
Boen
bruukt
warrt
Nederlands:
gips
Engels:
gypsum
Duits:
Gips
Rama, CC BY-SA 2.0 fr
[2]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [2] van „Gips”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 2, pagina 52
Nedersaksisch:
Verband
vör allen
bi
braken
Knaken
ut
Gips
^
Engels:
body
cast
Duits:
Gips
Voorbeelden:
He
hett
sik
en
Been
braken
un
liggt
in
Gips
.
, CC-BY-SA-3.0
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.