Uitspraak in het Plat: /ɡøːtn̩stɛɪ̯n/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gö·ten·steen
Pluralis: Gö­ten­steen m de Gö­ten­steen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Gööt + Steen