Uitspraak in het Plat: /fɾoːmɪnʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fro·minsch
Pluralis: Fro­min­schen m de Fro­min­sch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Fro
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Antoniemen:
Mannsminsch

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Fro + Minsch