Uitspraak in het Plat: /nɔːtʃoːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Na·tschoon
Pluralis: Na­tscho­nen f de Na­tschoon
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: -choon