Uitspraak in het Plat: /ɡɾɔu̯tknɛçt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Groot·knecht
Pluralis: Groot­knech­ten m de Groot­knecht Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Groot­knechts m de Groot­knecht Pruisisch
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: groot + Knecht