Uitspraak in het Plat: /klɛɪ̯dɐʃap/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kle·der·schapp
Pluralis: Kle­der­schäpp n dat Kle­der­schapp Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Kle­der­schäpp m de Kle­der­schapp
Pluralis: Kle­der­schap­pen m de Kle­der­schapp
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
Wo is denn mien Hemd afbleven? — Dat hangt al wedder in’t Klederschapp.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kleed + Schapp