Uitspraak in het Plat: /ɡøːtəllɔk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gö·tel·lock
Pluralis: Gö­tel­lö­cker n dat Gö­tel­lock
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Gaat + Lock