Spreeddeek in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /spɾɛɪ̯tdɛɪ̯k/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Spreed·deek

Pluralis: Spreeddeken f de Spreeddeek

[1]

kaart

perifere woordenschat

huishouding

Nedersaksisch:

Deek, de dagsöver över ’t Bett leggt warrt

Nederlands:

sprei

bedsprei

Engels:

bedspread

Duits:

Überdecke

Voorbeelden:

Wi hebbt en Spreeddeek, dat wi nich so veel Kattenhoor in ’t Bett hebbt.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Courmayeur_camera_bouton_alpino.jpg: Simalps derivative work: Alupus, CC BY 3.0

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: spreden + Deek

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.