Uitspraak in het Plat: /zɔːˑçbʊk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Saag·buck
Pluralis: Saag­bück m de Saag­buck
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sagen + Buck