Uitspraak in het Plat: /vɪntbyːdəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wind·bü·del
Pluralis: Wind­bü­dels m de Wind­bü­del
[1]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Windbüdel fladdert in’n Wind.
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik harr geern en Tass Kaffe un en Windbüdel!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wind + Büdel