Uitspraak in het Plat: /uːtzɪçt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ut·sicht
Pluralis: Ut­sich­ten f de Ut­sicht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ut + Sicht