Uitspraak in het Plat: /tɔːkəlɔːˑʒ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ta·ke·laasch
Pluralis: Ta­ke­laa­schen f de Ta­ke­laasch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Takel + -aasch