Uitspraak in het Plat: /ɾɪdɐʃɔp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Rid·der·schop
Pluralis: Rid­der­schop­pen f de Rid­der­schop
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ridder + -schop