Schott
in het Nedersaksisch
Nieuwe vertaling voorstellen
Uitspraak:
/ˈʃɔt/
Audio
🔊︎
zelfstandig naamwoord
Plural:
Schotten
n
dat Schott
[1]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
kaart voor onderbetekenis [1] van „Schott”
bekend
onbekend
bekend in de dialect-groep
onbekend in de dialect-groep
onbepaald
Over de kaarten
Oldenburg:
Artur vor Mohr:
Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch.
Soltau, Nörden 1904, pagina 17
Schleswiger jüm-Gebiet:
En Mundvull Snack.
Runn Plattdüütsch plegen, Uthlande-Verlag, Noordstrand 2006, ISBN 978-3-9810833-0-9, pagina 14
Nedersaksisch:
Sperrwand
Duits:
⤺
Schott
Sperrwand
[2]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Falldöör
bi
en
Siel
[3]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Regel
an
en
Döör
Samensteld woorden:
Bettschott
Schöttel
rijmwoorden
zoeken:
Taal anderen op:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend aanderen