Uitspraak in het Plat: /lɛɪ̯ɾva͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lehr·wark
Pluralis: Lehr­war­ken n dat Lehr­wark
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
Lehrwark is keen Meesterwark!
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Lehr + Wark