bijwoord
Afbreking: af·sieds
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Speler stünn doch afsieds!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + Siet
Identieke woorden ››› Afsieds ❔︎