Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Afsetter
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/afzɛtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Af·set·ter
Pluralis:
Afsetters
m
de Afsetter
[1]
perifere woordenschat
verouderd
Nedersaksisch:
Reedschop
,
de
verhinnert
,
dat
en
Wagen
an
en
Eck
hangen
blifft
Nederlands:
schamppaal
Engels:
guard
stone
jostle
stone
chasse-roue
Duits:
Radabweiser
Prellstein
Abweiser
Abweichstein
Kratzstein
Radstößer
Prellbalken
Voorbeelden:
Dat
Neddersassenhuus
harr
bi
de
Grotendöör
op
beide
Sieden
en
Afsetter
.
Michael F. Mehnert, CC BY 3.0
[2]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [2] van „Afsetter”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 1, pagina 63
Nedersaksisch:
wat
,
wat
oolt
un
nich
mehr
goot
to
bruken
is
Engels:
discarded
good
for
example
old
clothes
Duits:
ausgesonderter
Gegenstand
zum
Beispiel
abgetragene
Kleidung
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
afsetten
+
-er
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.