Uitspraak in het Plat: /vɛɪ̯zn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: We·sen
Pluralis: We­sen n dat We­sen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Art
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wi mööt Respekt för all Wesen op de Welt wiesen!

Etymologie:

Woord afgeleid van: wesen
Identieke woorden ››› wesen ❔︎