Pluralis: Sple­ten m de Spleet
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
chip Meer tonen
Duits:
Splitter Meer tonen
[3]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Spalt Meer tonen

Etymologie:

Woord afgeleid van: spleten