zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tünn·band
Pluralis: Tünn­bän­ner n dat Tünn­band Westfaals
Pluralis: Tünn­ban­nen n dat Tünn­band
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Tünnbänner sünd ut Stahl.
[2]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Synoniemen:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Tünn + Band