Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Bummel
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/bʊməl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Bum·mel
Pluralis:
Bummels
m
de Bummel
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Bummel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Belzig-Teltow:
Willy Lademann:
Wörterbuch der Teltower Volkssprache.
Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 43
Noord-Barnim:
Ludolf Parisius:
Mittelmärkisches Plattdeutsch. Affpàrtije Luunsche Wöre.
videel, Niebüll 2000, ISBN 3-935111-19-3, pagina 30
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 64
Nedersaksisch:
wat
,
wat
wo
dalhangt
Engels:
fallal
tassel
pendant
Duits:
Gebamsel
Bommel
Quaste
Troddel
Klunker
Anhängsel
Voorbeelden:
De
Mütz
hett
Ohrenklappen
mit
Bummels
an
.
shakko, CC BY-SA 3.0
[2]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
en
langsamen
Spazeergang
Nederlands:
wandeling
kuier
tippel
ommetje
Engels:
stroll
mosy
ramble
walk
Duits:
Bummel
Spaziergang
Lustgang
Voorbeelden:
Wi
hebbt
en
lütten
Bummel
dör
de
Stadt
maakt
.
Etymologie:
Woord afgeleid van:
bummeln
Samengesteld woorden:
Ohrbummel
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.