Uitspraak in het Plat: /andɛɪ̯l/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: An·deel
Pluralis: An­de­len m de An­deel
Pluralis: An­deels m de An­deel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Deel von dat Ganze, wat en Deelgrupp utmaakt
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: an + Deel