Uitspraak in het Plat: /hɔu̯çbɛɪ̯nt/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: hoog·beent
haugbeinder haugbeindst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Eebeer löppt so hoogbeent över de Wisch.
[2]
perifere woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
faken in hoogbeent Johr
Nederlands:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: hoog + Been + -t