Uitspraak in het Plat: /fəɾhɔːln̩/ 🔊︎
werkwoord
Afbreking: ver·ha·len
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:

Werkwoordvormen:

infinitief:
ver­ha­len
voltooid deelwoord:
ver­haalt
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik ver­haal
du ver­haalst
he/se/dat ver­haalt
wi ver­haalt
ji ver­haalt
se ver­haalt
verleden:
ik ver­heel
du ver­heelst
he/se/dat ver­heel
wi ver­he­len
ji ver­he­len
se ver­he­len
voltooid:
ik heff ver­haalt
du hest ver­haalt
he/se/dat hett ver­haalt
wi hebbt ver­haalt
ji hebbt ver­haalt
se hebbt ver­haalt
conjunctief:
ik ver­heel
du ver­heelst
he/se/dat ver­heel
wi ver­he­len
ji ver­he­len
se ver­he­len
imperatief:
ver­haal!
ver­haalt!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ver- + halen