Uitspraak in het Plat: /fəɾbiːstɐt/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ver·bies·tert
verbiesterter verbiestertst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Voorbeelden:
As ik em dat vertellen deed, keek he mi ganz verbiestert an.

Etymologie:

Woord afgeleid van: verbiestern