Uitspraak in het Plat: /ɾuːdəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ru·del
Pluralis: Ru­dels n dat Ru­del
[1]
Wikipedia
perifere woordenschat
actief
jacht
Nedersaksisch:
Grupp Roovdeerten
Wülv, Löwen etc.
Nederlands:
roedel
Engels:
pack
Duits:
Rudel
Voorbeelden:
Na dat Johr 2000 hebbt sik bilütten wedder de eersten Rudels von Wülv in Düütschland dallaten.
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Etymologie:

Overgenamen uit:
Duits: Rudel, ‚Rudel‘

Vindplaatsen:

1896 (Karl Theodor Gaedertz, Aus Fritz Reuters jungen und alten Tagen; [Bd. 1]):
Un de allerschlichtsten Witzen würden up uns los dunn laten
As en Rudel magre Hunnen, de up nicks dressirt as faten
Rijmwoorden

Bronnen:

Hans-Peter Fitschen: Jägersprache. Wörterbuch A-Z. Hochdeutsch-Plattdeutsch. MCE-Verlag, Drochtersen 2014, ISBN 978-3-938097-32-8, pagina 33
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.