zelfstandig naamwoord
Afbreking: Himp·hamp
Pluralis: Himp­hampen m de Himp­hamp
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
[4]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Nu maak dor doch nich so veel Himphamp von!