Uitspraak in het Plat: /ʊndɛɪ̯ɾt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Un·deert
Pluralis: Un­deer­ten n dat Un­deert Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Un­deer­ter n dat Un­deert Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Un­deer n dat Un­deert Mecklenburgisch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
groot un gefährlich Deert
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
negatief level text negative. Lijst van woorden als deze
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
He is en Undeert, wenn he duun is.
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: un- + Deert