dartig in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /da͡ɐtɪç/

telwoord

Afbreking: dar·tig

[1]

kaart

basiswoordenschat

Nedersaksisch:

30

Nederlands:

dertig

Engels:

thirty

Duits:

dreißig

Voorbeelden:

As ik mit ’t Auto an ’n Diek langsföhrt bün, stünnen dor opmaal dartig Schaap op de Straat.

⮩ Zie ook:

teihn twintig dartig veertig föfftig sösstig söventig tachentig negentig

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Etymologie:

Woord afgeleid van: -tig

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.