Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Fischbloot
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/fɪʃblɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Fisch·bloot
Niet gebruikt het pluralis
n
dat Fischbloot
[1]
perifere woordenschat
actief
figuratief
Nedersaksisch:
in
Seggwiesen
:
Fischbloot
hebben
koolt
ween
,
keen
Geföhlen
wiesen
Nederlands:
vissenbloed
zinnebeeldig
voor
emotionale
koudheid
Duits:
Fischblut
sinnbildlich
für
Gefühlskälte
Voorbeelden:
He
hett
ok
Fischbloot
,
he
lett
sik
nix
anmarken
.
[2]
perifere woordenschat
actief
zoologie
Nedersaksisch:
dat
Bloot
von
Fisch
Nederlands:
vissenbloed
Engels:
fish
blood
Duits:
Fischblut
Voorbeelden:
Na
’t
Angeln
heff
ik
de
Fisch
utnahmen
.
Dor
is
mi
Fischbloot
bi
op
de
Büx
drüppt
.
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Fisch
+
Bloot
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.