Uitspraak in het Plat: /fɪʃblɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fisch·bloot
Niet gebruikt het pluralis n dat Fi­sch­bloot
[1]
perifere woordenschat
figuratief
Voorbeelden:
He hett ok Fischbloot, he lett sik nix anmarken.
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Fisch + Bloot