zelfstandig naamwoord
Afbreking: Püüs·ter
Pluralis: Püüs­ters m de Püüs­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
[2]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
[4]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Soort Pilz, de stöövt
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: puusten + -er