Pluralis: Töll m de Toll
[1]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
He arbeidt bi’n Toll.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
tol
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› Toll ❔︎ Toll ❔︎