Uitspraak in het Plat: /nɛtva͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Nett·wark
Pluralis: Nett­war­ken n dat Nett­wark
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
En Nettbüdel is en Nettwark ut Plastik.
[2]
geavanceerde woordenschat
IT
Nedersaksisch:
Verbund von Reekners
Nederlands:
Engels:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Verbund von Minschen
Nederlands:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Nett + Wark