Uitspraak in het Plat: /dɾɪftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: drif·tig
driftiger driftigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Wat büst du vonmorgen al so driftig?
[2]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Schipp weer in’t Dock, aver nu is dat wedder driftig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Drift + -ig