Uitspraak in het Plat: /hɔxtiːt͡sdaç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hoch·tiets·dag
Pluralis: Hoch­tiets­daag m de Hoch­tiets­dag
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hochtiet + Dag