Uitspraak in het Plat: /plɔːstɐ/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Plaas·ter
Pluralis: Plaas­ters n dat Plaas­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: