zelfstandig naamwoord
Afbreking: Klöp·per
Pluralis: Klöp­pers m de Klöp­per
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: kloppen + -er
Identieke woorden ››› Klöpper ❔︎ Klopper ❔︎