Uitspraak in het Plat: /baɡɔːˑʒ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ba·gaasch
Niet gebruikt het pluralis f de Ba­gaasch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Lumpenpack
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Gepäck
Nederlands:
Engels:
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
kin
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: -aasch