Boll in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /bɔl/

zelfstandig naamwoord

Pluralis: Bollen f de Boll

[1]

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

wat, wat rund is

Nederlands:

bol

Engels:

ball

Duits:

Kugel

[2]

kaart

geavanceerde woordenschat

botanie

Nedersaksisch:

dicke Wuttel von de Plant, ut de de Plant na ’n Winter wedder nee opwasst

Nederlands:

bol

of a plant

Engels:

bulb

of a plant

Duits:

Zwiebel

einer Pflanze

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

[3]

kaart

geavanceerde woordenschat

botanie

Nedersaksisch:

Frucht von ’n Flass un annere Planten

Nederlands:

bol

zaadbol van de vlas, vlasbol

Engels:

boll

Duits:

Samenkapsel

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Rasbak, CC BY-SA 3.0

[4]

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

dat dicke ünnere Enn von en Plant

to’n Bispeel bi Burree oder Selleree

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Rasbak, CC-BY-SA-3.0

[5]

perifere woordenschat

kaarten spelen

Nedersaksisch:

Klöör bi ’t Koortenspelen (düütsch Blatt)

Nederlands:

bel

Engels:

bell

Duits:

Schell

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Identieke woorden ››› boll ❔︎

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.