Uitspraak in het Plat: /vabəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: wab·be·lig
wabbeliger wabbeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Bi Pudding is wabbelig goot, bi Fleesch nich
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[3]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
fat
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wabbeln + -ig